De
stoommachine, die door James Watt werd uitgevonden in 1765, leidde het Industrialisatietijdperk
in. Al snel werd die ook door de speelgoedindustrie ontdekt. In 1840 ontstond
de eerste speelgoedstoommachine. In het begin verhit door Esbit-blokjes, werden
ze gebruikt als aandrijving voor diverse modellen, zoals bijvoorbeeld wielen en
raderen, die vaak via een transmissie – voor meervoudige aandrijving of
bijvoorbeeld voor snelheidsbegrenzing - aangedreven worden. Carroussellen, smederijen, zaagmachines,
scheeps-schoepen en –raderen, pompen en ook “werkende mensen“ kwamen in
beweging met behulp van deze technische wondertjes. Later werden deze
stoommachines electrisch verhit. Ook nu nog zijn er modellen die met vaste brandstof of zelfs op gas, met echt vuur
worden verhit. In een verdere ontwikkeling werden de stoommachines zelfs mobiel
en in stoomtractoren, stoomuurwerken en uiteindelijk zelfs in locomotieven
ingebouwd, wat tot de zegetocht van de spoorwegen leidde. Bekende namen van
stoommachinemakers waren de firma’s Plank, Doll en Märklin.
========= | ||||||||